|
||
|
Op de FB-pagina "Ge zijt van Kapellen als ... ." verschenen inmiddels al heel wat straffe en minder-straffe verhalen over onze gemeente en over historische figuren die de straten van onze gemeente hebben bevolkt. Om deze verhalen niet verloren te laten gaan, zullen wij de belangrijkste hier trachten te bundelen. Wij hopen dat Kapellenaren en niet-Kapellenaren hier veel plezier aan zullen beleven !
23 ECLAIRKES - Jack Staal - 22.02.2014 "Ge zijt van Kapellen als ... " je weet dat er de zaterdag voor kerstmis in 1971 een man cafe Verli binnenstapte met de vraag of hij daar 's avonds met zijn vrouw en dochter een pintje kon komen drinken met gesloten deuren ? Stafke de patron , die eerst nogal weigerachtig stond tegenover dit banale voorstel omdat hij tenslotte met zijn vaste klanten zat, veranderde al snel 180 graden van richting toen de onbekende een ferm pak geld op de toog smeet om het eventuele verlies te vergoeden. Daarenboven vond deze het, om de gezelligheid wat aan te wakkeren , helemaal niet erg wanneer er nog wat volk bijkwam voor de deur definitief op slot ging. Nog beter: al wat er gedronken werd zou op zijn kosten zijn. Waarvoor hij al direct tienduizend frank voorschot gaf. Stafke was uiteraard in zijn gedachten al volop naar de brouwer aan 't bellen, terwijl de man in 't buitengaan nog eens met wat extra duizendjes over de brug kwam omdat er toch ook voor wat muziek mocht gezorgd worden. Geloof het of niet. Diezelfde avond zat cafe Verli toevallig helemaal vol. De Staf verschoot er zelf van ! En wij als jonge stamgasten waren er toevallig ook ! Enorme consternatie toen de gastheer uiteindelijk arriveerde. Hij was enkel vergezeld van een vijftal mensen ! Negen grote fluiten Haacht later was de consternatie bij de meesten onder ons wel een beetje gezakt moet ik toegeven. Maar toen begon de cirque. De man, die ondertussen nog eens tienduizend frank in de drankpot van Stafke had gedeponeerd om het feestje vooral niet te laten stilvallen, stapte op ons af en beloofde ons vijfhonderd frank telkens we met zijn dochter zouden dansen. Ik kan u verzekeren, dat meiske, eentje dat ge niet zo direct op 't eerste blad van de P-Magazine zult zien staan, heeft 's anderdaags nieuw schoenen moeten gaan kopen. Ondertussen organiseerde haar vader een spelletje op de vogelpik. Hij nam een briefje van duizend frank, stak het vast op de pikblok en zette er met zijn stylo een puntje op. Wie het eerst het puntje kon raken met zijn pijltje kreeg het briefje ! Er werd daar gesmeten jongens ! Als ge niet rap genoeg wegsprong dan zat er een vogelpik in uw nek. Pietjesbakken dan maar ! Drie apen gooien bracht duizend frank op ! Er werden maleuren gedaan om letterlijk aan den bak te komen ! Biljarten ! Er waren niet genoeg keu 's voorhanden ! En wie er toch eentje vast had nam ze mee naar 't WC. En toen moest de grote finale
nog komen. De man kreeg een beetje honger en vroeg ons mee naar zijn
camionette te gaan die voor de deur stond. Die bleek stampvol
patisserie te zitten ! Ge kon er op slag een bakkerij met vullen.
Wij met die paar honderd dozen de Verli binnen . En toen is hij plots vertrokken, onze grote weldoener. Zonder boe of ba. Ons achterlatend met een hele hoop vragen. Wie was hij ? Waarom had hij dat gedaan ? En vooral ... kwam hij nog eens terug ? Volgende week zei Stafke, en daarmee was dat in ieder geval al opgelost. Diezelfde nacht werden er in Kapellen door de rijkswacht abnormaal veel ladderzatte figuren gespot. En volgens het proces-verbaal hingen ze allemaal vol crème freche. Och ja, de week daarna zijn we wel ergens anders een pint moeten gaan pakken. De Verli zat zo vol dat we niet binnen konden. De Staf verschoot er begot zelf van. Einde verhaal. Jack Staal
LOTTO - Jack Staal - 04.03.2014 1979. Geloof het of niet. Ik zit al maandenlang koortsachtig te zwoegen om een zeer kansvol Lotto-systeem uit te dokteren. Ben er rotsvast van overtuigd geraakt dat er ergens een vast patroon moet zitten in dat wekelijkse ballenballet. Honderden bladzijden heb ik al vol gekriebeld met duizenden mogelijke cijfertjes en oplossingen. Wegens zijn interessante wet is Murphy ook van de partij. En opeens zie ik het ! Klaar en duidelijk ! En vrij eenvoudig nog wel ! Het staat daar vlak voor mijn neus ! Tien formulieren invullen met zeven vaste + een variabele nummer, gecombineerd met een door mij vastgestelde tijdsduur en de zaak is geklonken ! Een dag later leg ik mijn bevindingen al voor aan een uitgelaten gezelschap. Ik moet het nogal sterk aan de man hebben gebracht, want sommigen waren al in volle voorbereiding voor een enkele reis naar de Bahama's. Met tien zijn we, die elk wekelijks een formulier voor hun rekening zullen nemen. Op de vraag hoe lang het zal duren vooraleer we zes juiste nummers zullen hebben, antwoord ik met volle overtuiging en zonder maar enigszins te verpinken: 'Drie jaar' ... waarbij ik er wel eerlijkheidshalve aan moet toevoegen dat dit al meer naar het pure gokken neigt. Elke toekomstige miljonair smijt daarop zijn eerste inzet op tafel en rookt nog rustig een sigaar of drie. 1980. Vergadering van de Lottoclub in een café in Kapellen. Halflege pinten en half doorrookte kelen. Nochtans niemand met een sigaar. Ik ben de enige die er een krijgt. Samen met mijn systeem. Want dat trekt op niks. Want daar halen we er zelfs nog geen vier mee. Dus dat moet dringend veranderd worden ! Uiteindelijk lukt het mij nog om de boel te sussen. Door hen met een uitgestreken gezicht te beloven dat mijn berekeningen er op wijzen dat de winnende serie er binnen het half jaar zit aan te komen. Applaus op alle banken en Havana's uit Cuba deze keer. 1982. Er is een drrrrrrrringende vergadering gepland door de Lottoclub ! En zonder asbakken deze keer ! Ik voel de bui al hangen. Wanneer ik dan ook nog eens vlak ervoor in het ziekenhuis beland dan weet ik het al. Ze zullen in plaats van een sigaar mijn systeem in brand steken. Wat dan ook gebeurt. Andere nummers en iedereen opgelucht. 1982, zes weken later. Avond. Ik zit rustig een boek te lezen wanneer ik een lid van de Lottoclub over de vloer krijg. Versuft starende blik, ogen betraand. "Of ik het gezien heb", vraagt hij. "Wat ?", vraag ik terug. "De trekking van de Lotto", fluistert hij hees. "Ze zijn allemaal gevallen". Even valt er een korte stilte. Ik wil nog zeggen: "Ah, hebben we er zes ?", maar zie aan zijn radeloze blik dat hij 'mijn magische nummers' bedoelt. Diegene van het bewuste systeem die we uiteraard na al die tijd wel volledig vanbuiten kenden. En nu nog. Terwijl hij nu wel echt begint te snotteren, krijg ik de slappe lach en haal bij wijze van spreken de dubbelbeladen sigarenkist uit de kast. Ik heb verdomme mijn gelijk gehaald ! PS: We hadden er ieder een mooi appartement aan over gehouden. 1982. De Lottoclub bestond niet langer. Sommige medespelers heb ik nooit meer gezien. Anderen doken bij een toevallige ontmoeting gewoonweg onder een auto. Zelfs al stond die nog niet volledig stil. En mijn systeem ? Ik ging ervan uit dat de kans gepasseerd was en deponeerde het in de vuilnisbak. Lege sigarenkist erbovenop. Ik had er even genoeg van. Kon geen cijfers meer zien. Hield zelfs mijn hand schuin voor mijn ogen wanneer ik mijn voordeur moest passeren met het huisnummer erop. Ja, ik speelde nog wel op de Lotto, maar alleen nog met mijn collega's op 't werk. Simpel systeemke op een simpel formulierke dat ik ooit eens had uitgedokterd. Alleen nog voor de gezelligheid dus. Verscheidene jaren later. Ik ben met mijn vrouw op wandel in Nederland. Meer bepaald in jachthaven Marina, vlak aan De Roompot, en bewonder er de mooie motorboten die er aangemeerd liggen. Vermits ik zelf al eens een visje probeer te vangen, valt mijn oog dan ook direct op een grote prachtige vissersboot met alles erop en eraan. Een langgerekte "waaauw !" is de enige reactie die ik zo snel kan bedenken. Een man die met zijn ogen gesloten op het achterdek rustig een sigaar zit te roken, kijkt hierdoor op en wuift me plots met een brede grijns enthousiast toe ! Tegelijkertijd herken ik hem ! Een ex-collega ! Verdorie, da's lang geleden ? Want hoe lang ben ik nu al weg bij die firma ? Ah ja ? "Zeg ... en hoe gaat het ermee ?" "Ik zie dat ge nu in uw vrije tijd boten onderhoudt ? Tof !". "Neenee, Jack", zegt hij. "Dat is mijnen boot". Ik schiet in de lach. "Hahahahahaaaa !" En nog eens "Hahahahahahahaaaaa !". Want zo is hij altijd wel geweest, mijn ex-collega. Een droge ! De mensen er een beetje "deursleuren" kent ge dat ? Ik ken dat in ieder geval en sta dus op het punt om voor een derde keer de meeuwen een hartinfarct te bezorgen. Maar net voordat ik nogmaals lekker op zijn Hollands uit kan halen, voegt hij er met een genoegzame blik aan toe: "Die heb ik gekocht met het geld van de Lotto". Vermits ik wegens een kleine kortsluiting in de hersenen even zonder adem kom te zitten, beslis ik terstond dat het uithalen voor een andere keer zal zijn. De vraag "Lo..ttoo ?" krijg ik er nog net uitgeperst, terwijl bij hem de woorden er zomaar vanzelf uitrollen. "Wist gij dat nog niet, Jack ? Een jaar nadat gij bij de firma zijt weggegaan hebben wij met 'de ploeg' de Lotto gewonnen !". Nagestaard door een bezorgde havenmeester en een bende krabbenvangende
kinderen; bereik ik volledig murw het einde van de steiger.
Daar kijk ik nog eens om en zie in de verte dat mijn ex-collega op de
"Bermuda Triangle" zijn zoveelste sigaar opsteekt.
Jack Staal
EEN VERHAAL ... Veertien jaar - Jack Staal - 14.03.2014
Kapellen. Eind jaren veertig. Het is nog pikdonker wanneer de stokoude
wekker rammelend afloopt. Moeizaam hijst ze zich recht, wrijft in haar
slaperige ogen en schuift de loodzware ''edredonne" van zich af. Even
kijkt ze door het ''aangelaaide'' raam en ziet al rillend dat het
grasveld van de Nieuwe Wijk er wit bevroren bijligt. Met haar nachtemmer in de hand haast ze zich de trap
af. Naar ''het gemak ' gaan met dit vriesweer is immers geen optie.
Het bevind zich op 't koerke, dus... Snel ''de stoof'' oprakelen en er
een restje kolen op kappen is de boodschap. De grote afgeblakerde rode
''moor" die ze tussendoor op het gasvuur heeft getild begint schel te
fluiten, zodat ze in ieder geval een beetje warm water heeft om zich te
wassen. Ze moet wel wat over houden om nog een mok koffie met
bitterpeeen te kunnen drinken. Want het water een tweede keer opwarmen
wordt kritisch. De cent in de budgetmeter is namelijk bijna
opgesoupeerd.
Ze heeft nog net de tijd om een boterham
met ''reuzel'' naar binnen te spelen vooraleer ze haar overjaarse en
zelfgemaakte winterjas aantrekt. Wanneer ze de knarsende voordeur achter
zich dicht trekt en het spierwitte plein van de Nieuwe Wijk overschouwt,
overvalt haar heel even een angstig en benepen gevoel. Maar kom op ! Er
is echt geen tijd voor deze flauwekul. De tram van zeven uur komt eraan
en zal heus niet wachten omdat zij nu net een dipje heeft !
Omdat haar ietwat versleten schoenen niet al teveel ''grip'' geven op de gladde ondergrond,
schuifelt ze zo snel mogelijk richting tramhalte. Drie kwartier later
bereikt het bomvolle vehikel eindelijk ''den Azijn'' in Merksem. Ze
arriveert net op tijd aan de grote poort van chocoladefabriek Meurisse.
Een beetje hulpeloos en verloren loopt ze
er twijfelend naar binnen. Dit zal voor haar de eerste officiële werkdag
zijn. Ze wordt vandaag precies veertien jaar. Jack Staal
EEN VERHAAL .... van de jongensschool - Jack Staal - 31.03.2014 Gespannen het slagveld in ogenschouw nemend wisten ze voor honderd
procent zeker wat hen te doen stond. Namelijk verbeten strijd leveren.
Tot de allerlaatste man de vijand bekampen. Dat was de afspraak. Excuses
hierover werden in geen geval aanvaard. Elke opgever zou voor de rest
van zijn vunzige leven als een waardeloze lafaard worden beschouwd,
zoveel was zeker. Standhouden was dus de boodschap. Tegen een goed
geoefende en zwaarbewapende tegenstander.
Die op ditzelfde beladen moment de helm nog wat dieper over de ogen
trok. Kwestie van de puntjes nog eens eventjes op de i van '' hier staat
de overwinnaar '' te zetten. Om elk greintje twijfel over winst of
verlies definitief, zo niet letterlijk, uit de weg te ruimen. Zonder
pardon. En vooral zonder medelijden. Geen overlevenden klonk het bevel.
Waarna de speeltijd met bijhorende
veldslag in de gemeentelijke
jongensschool van Kapellen in een
mum van tijd voorbij was. En we iets later in 't vijfde studiejaar
rustig voort konden gaan met de les vaderlandse geschiedenis. Waarbij
het zo akelig stil was dat men enkel het ruisen van het gekwetste oor
waarnam. Sterker nog. Moest Julius Caesar op dit eigenste ogenblik niet
op zijn blote knieën vooraan in de hoek van de klas hebben gezeten, men
zou voorwaar zweren dat er nooit iets was gebeurd. Zelfs niet tussen de
Romeinen en de oude Belgen. Jack Staal OOIT WERD IK WERELDKAMPIOEN -
Hugo De Hoon - 06.04.2014 Ooit werd ik wereldkampioen ! En dat gebeurde op een
terrein aan de Nieuwe Wijk ! Niet dat dit bosrijke gebied er nu meteen
uitziet als een sportieve tempel waar 22 heetgebakerde mannetjes achter
een bal lopen, om hem dan onmiddellijk weer weg te trappen ... maar in
1966 was dit wel degelijk het geval. Laat uw verbeelding even de vrije
loop … denk de bomen én het struikgewas even weg, leg er een weide in de
plaats en een afsluiting met houten palen én prikkeldraad. Ook toen werd
er al voor hooligans gevreesd … al was deze omheining eerder bedoeld om
de koeien in de wei te houden. Verplaats je naar de maand juli … vakantie en
schitterende temperaturen. In realiteit gingen de “heren” voetballers
aan de slag in Engeland, maar even reëel was de competitie die betwist
werd aan de rand van een dichtbegroeid maïsveld. Vermits de koeien door
de lokale boer uit de weiden waren geweerd, kon er een vaste
doelenconstructie worden opgesteld. Houten palen werden aangesleept,
roestige nagels uit een vaderlijke werkplaats gehaald en een stevige
hamer zorgde voor de verbinding tussen doelpalen en deklat. Een schop
werd meegebracht om in het weidegras een stevige verankering te
voorzien. Het stadion van de “Nieuwe Wijk” was speelklaar. Of nog niet
helemaal … iemand vond in een bergplaats nog een zakje kalk, zodat er
ook een officieel middelpunt kon aangelegd worden, kwestie van de aftrap
exact midden op het terrein te laten doorgaan. De teams waren samengesteld uit – al dan niet -
talentrijke buurtvoetballers en uitdagers van andere wijken, die - op
vreemd terrein - een potje voetbal wilden komen spelen. Maar ook dat was
logisch … in Engeland kwamen ook topteams van over de plas een balletje
trappen. En – net als in het echt – waren er ook op deze weide voldoende
teams beschikbaar om voorronden, halve finales en finales te spelen. Dagelijks … op vaste wedstrijduren (zoals het een
toptornooi betaamt) werden er twee wedstrijden gespeeld. In de blakende
zon – het waren allemaal namiddagwedstrijden – werd er heel wat zweet
gelaten in de truitjes … toch minstens door één van de ploegen. Want
door gebrek aan professionele shirts was de dresscode erg simpel: team A
speelde in ontbloot bovenlijf en team B deed het met textiel om het
lijf. Zo was meteen duidelijk voor het – vooral vrouwelijke - publiek,
wie bij wie hoorde en waar hun supportersbloed – of hun bewondering voor
de in de zon blinkende sixpacks van de voetballers – moest naartoe gaan. Het zou een beetje vreemd zijn om nu nog te kunnen
zeggen wie de voorronde won en daardoor naar de halve finale doorstootte
of wie – met het hoofd tussen de schouders – moest afdruipen na een toch
wat ondermaatse prestatie in de kwalificatiewedstrijden. Eén ding blijft
wel over in de herinnering: de finale werd gespeeld tussen de teams van
Engeland - ofte Akkerstraat-Nieuwe Wijk B - en Portugal - ofte
Akkerstraat-Nieuwe Wijk A - al hadden die eersten bij de verdeling van
de ploegnamen niet zoveel zin om uit te komen voor het – toen nog saai
voetballende – Engelse team. In tegenstelling tot het échte
wereldkampioenschap, won op de laatste speeldag Portugal nipt de finale
met 2-1 … maar dat waren de “talenten” dan ook aan hun standing
verplicht. Ze waren immers niet voor niets uitgeroepen tot team A van de
organiserende wijk. Het applaus van het publiek werd door Portugal gretig
in ontvangst genomen en een ergens opgedolven beker - door een
plaatselijke duivenmelker ter beschikking gesteld aan de organisatie én
uitgereikt door een “plaatselijke schone” (neen, niet die waaraan jullie
allemaal denken) – werd met bezwete lijven in een beklijvende ereronde
het veld rondgedragen. Engeland had zich inmiddels – in zak en as –
verborgen in een schaduwrijk hoekje aan het maïsveld. De nationale hymne
ontbrak, maar dat kon de pret niet drukken. En de volgende dag begon er weer een nieuw tornooi …
maar helemaal niet zo belangrijk als dit Wereldkampioenschap. Dat zag je
meteen aan de inzet en aan de matige opkomst van het publiek ! Hugo De Hoon DE LEGENDE VAN "DE POERT" - Rudi Staute -
20.03.2015 In die dagen leefde Kapellen tegen een heel wat
trager ritme. De mensen stonden dichter bij mekaar. Moeders praatten
over de muurtjes terwijl ze de was ophingen. De tuinen waren
voorraden van allerlei lekkere gezonde groenten. De kinderen hingen
aan mama's rokken of speelden met een wiel op de straat waar
bejaarden op een stoel zaten en buiten keken. Soms passeerde meneer
pastoor: het werd stil, men toonde eerbied. Een andere keer fietste
de veldwachter voorbij: het werd stil, je wist maar nooit - streng
maar rechtvaardig. Van sociale zekerheid was toen nog geen sprake.
De mensen hielpen mekaar, iedere straat had een would be vroedvrouw,
de vrouwen stonden klaar voor mekaar bij lief en leed. De mannen
timmerden aan tuinhuizen, bouwden koterijen, werkten aan het dak,
herstelden poorten enz. Haast iedereen ging 's zondags naar de mis,
de mensen waren vromer. Na de mis zakten de mannen af naar hun
stamcafé waar alle dorpsproblemen ter sprake kwamen en onverwijld
werden opgelost: 'Schol en doe ze nog eens vol.' De zondag alleen je
stamcafés bezoeken dat kan de dorst niet lessen. Trouwens de arbeid
was toen veel zwaarder. Iedereen begon op zijn veertiende en werkte
de blaren op zijn handen tot zijn rug krom stond. Toen men op 65 op
pensioen ging had men 51 jaar op de teller. Een van die harde werkers de Poert, zeggen ze,
inspecteerde geregeld menig Kapels café. En het moet gezegd hij deed
dat grondig. De Poert was een volkse mens met een grote klep
(meestal van de schrik) maar een gouden hart (hij trakteerde
regelmatig). Iedereen kende de Poert van in de Akkerstraat, over het
Houten Kot, de Zilverenhoek tot aan de Geuzenhoek Maar het liefst
pakte hij zijn pint in het café waar later het Torenhof zou komen.
Schuin daarover links achter de tuin van de Pastorie stond een beeld
van een gekruisigde Jezus. In die dagen was dat een ferme Jezus waar
men eerbied voor betoonde. De vrouwen van het dorp legde geregeld
bloemen neer aan Jezus zijn voeten. Als de Poert, onze held, goed beschonken naar
huis ging, prijkten de maan en de sterren meestal al parmantig aan
de hemel. De Poert had het niet echt hoog op met de duisternis. Dus,
als hij voorbij dat Jezusbeeld kwam zegde hij steevast: 'Goeienavond,
Lieve Heer!'. Het kan nooit geen kwaad om vriendelijk te zijn tegen
de oppermachtige. Hij had daar zo'n gewoonte van gemaakt dat gans
het dorp erover praatte: voor het gemeentehuis, aan Louwke Poep, op
de markt, voor de schoolpoorten, in de huiskamers en aan den toog. Op een goede dag verliet de Poert goed
aangeschoten opnieuw zijn stamkroeg, passeerde de Heer en sprak de
gekende woorden: 'Goeienavond Lieven Heer!' Plots weerklok vanachter
de struiken achter het beeld: 'Goeienavond, zatte Pierre!' De Poert
deed het haast in zijn broek van het schrikken en zette het op een
lopen. Niet veel later kwamen enkele mannen die hem hadden zien
vertrekken, vanachter de bosjes vandaan. Ze stapten het café terug
binnen en kregen een pint. Ze hadden hun weddenschap gewonnen. De Poert, Kapellen zal hem nooit vergeten! Rudi
Staute
ZATERDAGAVOND ... - Hugo De Hoon - 02.03.2015 Zaterdagavond … het avondeten zit net achter de kiezen en de borden
verdwijnen naar het aanrecht in de bijkeuken. Een grote kookpot - bijna
tot aan de rand gevuld - en de blinkende moor met water wordt op het
gasvuur met twee pitten gezet. In de keuken worden de ronde deksels van
de stoof met een haakje opgelicht en wordt met de koolschop nog een
extra lading steenkool in de open mond van de brandende kachel
gekieperd. Door de rood-geel aangebrande glaasjes dansen de vlammen heen
en weer. De temperatuur wordt zachtjes opgedreven. Uit de bijkeuken
klinkt het gepruttel van een opgewarmde kookpot en het fluiten van de
moor. Tijd om het bad uit de stal te halen, zo’n ovalen zinken trog waar je
als kleine jongen nog net in past. Deze wordt - zo kort als mogelijk -
bij de stoof geschoven. Eerst enkele emmers koud water van de pomp in de
stal, dan de hete kookpot en een stukje Sunlight, dat wat minimale
schuim oplevert als je met je handen het hele boeltje door elkaar roert.
Nu mag je instappen, beetje te warm … koud water er bij ! Moeder en vader zetten zich aan de keukentafel, de ene met een krant,
de andere met een breiwerkje, terwijl de houten radio – zo’n vierkant
model met lampen, nog – het klassieke zaterdagavondprogramma krakend in
de kamer brengt. De moor wordt in het bad gekapt om de temperatuur een
beetje op peil te houden en een nieuwe portie water verdwijnt in de open
mond van de moor. Met grote ogen hou je het dansen van het vuur in de stoof in de gaten
… later zal die fascinatie zich nog eens herhalen voor de open haard,
maar dan ben je al te groot geworden voor het bad. Het water koelt
langzaam af, de shampoofles – of was het gewoon een zeepje - wordt
bovengehaald en de haartjes netjes gewassen. De laatste portie warm
water wordt toegevoegd … het sein dat het badderen stilaan op zijn eind
loopt. De grote handdoek komt uit de kast en met liefde wordt elk stukje
huid drooggewreven. In het zeteltje in de hoek van de kamer mag je nog
wat meegenieten van de krakende radio, de kletterende kolen en de rust
in huis … in een pyjama die het eerste sein is dat bedtijd niet meer
lang zal uitblijven. Van de warme, gezellige huiskamer naar die koele,
eenzame slaapkamer … een echte schok … en op zaterdag nog veel meer dan
op andere dagen ! Beelden en geluiden in een arbeidershuisje in
Kapellen. Om nooit te vergeten ! Hugo De Hoon AFBRAAK VAN EEN SCHOOLTJE ... "DE PLATANEN" -
Tom De Hoog - 20.03.2015 "De bomen
blijven staan", verzekerde de man die met de kraan een hap uit de muur
nam. Vaag gelige lijnen worden zichtbaar, wanneer ik door de duizenden
bruine krokante bladeren waad. Het is me
niet meteen duidelijk of deze geelgeschilderde afbakening, die als een
archeologische toevalstreffer bloot kwam te liggen, aan een hinkstap dan
wel een balspel herinnert.
Tom De Hoog DE MYTHE VAN DE PANCRAS - Rudi Staute -
24.09.2015
Vertellen over dorpsfiguren van vele jaaaaaaren geleden houdt gevaren
in. De verhalen, die over hen de ronde doen, beginnen - met en door de
tijd - een eigen leven te leiden. Hoe het ook zij, ons dorp Kapellen had
ooit een worstel - catchtempel (die later een danszaal tot zelfs
discotheek zou worden) namelijk café "De Pancras" op de hoek van het
Essenhout en de Hoevensebaan met rechtover
het café op een eilandje het frituurtje waar Liliane Staal de harten van
menige jongeling harder deed slaan.
Rudi Staute 1968 - EEN DAGJE OP DE WIJK - Jack Staal -
29.06.2018 Het is vrij zwoel die zomeravond en we vleiden
ons hijgend maar relaxt neer in het gras aan de voet van een grote
eik op het pleintje van 'onze ' Nieuwe Wijk. Het steekt immers op
geen uur want de grote vakantie is net begonnen. Wat voor ons,
schoolgangers, betekent dat we van het thuisfront gedurende een
tijdje nogal veel zullen mogen en nogal weinig zullen moeten. Twee
maanden feest met andere woorden. De meeste ouders zitten met dit
mooie weer trouwens zelf nog buiten. Met mekaar te kaarten, met
mekaar te kiemen of gewoonweg over mekaar te roddelen Jack Staal |